Backer's Dutch-English Taxonomic-Botanical Lexicon

126   afgrenzen tegen   
127   afgrenzing   
128   afhangend   
129   afkoken   
130   afkomstig   
131   afkooksel   
132   aflegger (van een plant)   
133   aflevering (deel boekwerk)   
134   aflopend   
135   afmetingen   
136   afscheiden (splitsen)   
137   afscheurbaar (van bast)   
138   afscheurend   
139   afschilferen   
140   afschilferend   
141   afsluiten   
142   afsluiting   
143   afsnijden   
144   afspoeling   
145   afstaand   
146   afstand   
147   afstekend (afwijkend van kleur)   
148   afsterven   
149   aftrek vinden   
150   afval (plantaardig)   

126 tot 150 (3787)